De meimaand is traditioneel de Mariamaand. Maar waarom eigenlijk? Helemaal precies is dat niet bekend, maar zeer waarschijnlijk heeft het met de naam van de maand te maken. Deskundigen denken dat de naam mei afgeleid is van de Griekse godin Maia. Die naam betekende oorspronkelijk ‘moeder’ en kreeg later de betekenis van ‘vroedrvouw’.
De Romeinen vereerden deze Griekse moedergodin om de natuur tot bloei te laten komen. Daarom noemden ze de maand waarin het voorjaar zich nadrukkelijk manifesteert Maius. In het Latijn is die naam ook verwant aan maior (groter) en maiestas (aanzien, pracht, hoog in aanzien, verheven zijn). In de Middeleeuwen ontstond in Italië het gebruik om de maand mei aan de Moeder van God Maria te wijden. Alle oudere betekenissen van het woord maia en mei passen perfect bij Maria, die bij veel mensen hoog in aanzien staat en als hemelse moeder vereerd wordt.
In de jaren zestig van de vorige eeuw wijdde paus Paulus VI zelfs een speciale encycliek aan de Mariamaand mei (Menso Maio = Over de maand mei). Daarin schrijft hij dat de Mariaverering nooit los gezien kan worden van haar zoon Christus: “Omdat Maria immers met recht beschouwd kan worden als de weg die ons voert tot Christus, is elke ontmoeting met haar vanzelf ook een ontmoeting met Christus.” Daarmee sluit de Mariaverering in mei ook weer nauw aan bij de Paastijd die tot Pinksteren duurt.