Door besluiten/beslissingen van de landelijke overheid is het dorp Asenray vanaf 1979 in haar behoefte voor woningbouw zeer ernstig belemmerd als gevolg van vliegtuiglawaai. De bouwstop heeft geduurd van 1979 tot het begin van deze eeuw. Van belang is daarom dat de lokale overheid zich tot het uiterste moet inspannen om medewerking te verlenen aan initiatieven van de Asenrayse inwoners, gericht op de bouw van passende huisvesting.
De LVR- fractie heeft -mede gezien de opstelling van het huidige college van B&W- bij de medewerking aan het woningbouw plan Ruimte voor Ruimte (RvR), de overtuiging gekregen dat particuliere bouwinitiatieven in Asenray geen dan wel onvoldoende aandacht hebben gekregen.
Vanuit die overtuiging heeft de LVR-fractie diverse vragen gesteld over de ontwikkeling van RvR kavels in Asenray en daarop helaas ontwijkende en onjuiste antwoorden ontvangen (brief 52743-2021) en op 27 december jl. heeft de Raad een Raadsinformatiebrief 15783-6202 ontvangen met daarin de kennisgeving van een collegebesluit waarin onder andere is opgenomen dat het te realiseren aantal woningen in Asenray is verhoogd van 30 naar 40.
Na gesprekken met diverse inwoners van Asenray heeft de LVR-fractie onderstaande schriftelijke vragen op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde.
Deze vragen luiden als volgt:
- Waarom worden verzoeken van inwoners van Asenray om een nieuwe woning te bouwen in het verlengde van de lintbebouwing zonder nader onderzoek afgewezen?
- Is het college van B&W het met de LVR- fractie eens dat verzoeken van huidige inwoners voor extra huisvesting in Asenray, mede vanwege de voorgeschiedenis (bouwstop) op actieve medewerking moeten kunnen rekenen?
- Bestaat er een relatie tussen het niet verlenen van medewerking aan bouwinitiatieven van particulieren en de beoogde riante(re) woningen in het woningbouwplan RvR?
- Is het college van B&W op de hoogte van de enquête die het Comité van Samenwerking (CvS) heeft gehouden onder de inwoners van Asenray over Ruimte voor Ruimte kavels? Zo ja, waarom dan niet in brief 15783-6202 meegenomen? Zo neen, dan treft u hier een link aan met uitkomsten van deze enquête.
- Wat is de opvatting van het college van B&W over de uitkomsten van de enquête?
- Kan exact met tekeningen de locatie worden aangegeven bij de principe medewerking uit 2009 en de huidige locatie?
- Is het bestaand beleid dat dit college van B&W woningbouwplannen in Asenray laat bepalen door de eigendomssituatie van de initiatiefnemer?
- Is de door het college van B&W thans geaccordeerde locatie de meest logische locatie voor deze woningen? In geval van bevestigend antwoord graag met
motivatie onderbouwen. - Is er met de natuurorganisaties overleg geweest om de geschiktheid van de locatie te bepalen? En de negatieve effecten op de natuur in kaart te brengen?
Zo ja, met welk resultaat? Zo nee, waarom niet? - Is de door het college van B&W gesloten grondexploitatieovereenkomst in overeenstemming met de in Roermond geldende beleidsregels en is er sprake van gelijke behandeling van de initiatiefnemers?
- In artikel 9 -“financiële bepalingen”- worden de door de exploitant verschuldigde bedragen vermeld. Is hier sprake van gelijke behandeling ten opzichte
van andere initiatiefnemers? - Is er een juridisch advies ingewonnen bij het opstellen van deze overeenkomst? Zo ja, wilt u dat aan de Raad verstrekken? Zo neen, bent u bereid dat advies alsnog in te winnen?
- Is er overleg geweest met de provincie Limburg over de verhoging van het aantal woningen van 30 naar 40?
- Wat betekent de verhoging van het aantal woningen voor de samenwerkingsagenda Kwaliteit Limburgse Centra?