De aanpak die Roermond hanteert om jonge statushouders te begeleiden bij hun inburgering in de Roermondse samenleving, trok de aandacht van Minister Koolmees. Deze week ging hij digitaal in gesprek met deelnemers en initiatiefnemers van de pilot.
De pilot richt zich op jonge statushouders, veelal afkomstig uit Eritrea. Onder regie van de gemeente bereiden we hen voor op zelfstandig wonen, werken en meedoen in de Roermondse samenleving. Uniek aan de Roermondse aanpak is de samenwerking met diverse partijen op het gebied van taal, werken en wonen én het maatwerk dat we daardoor kunnen bieden. Projectleider Armin Popara: “Zo werken we ook samen met studenten van Hogeschool Zuyd. Leeftijdsgenoten dus die de jongeren begeleiden en wegwijs maken. Dat wekt vertrouwen. We kunnen zo nog beter inspelen op behoeften of hulpvragen en bijsturen. Dat boekt duidelijk resultaat.”
In aanloop naar de nieuwe inburgeringswet (2022) liet het succes van de Roermondse pilot Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) niet onopgemerkt: “Mooi om te zien hoe gemeenten de regie pakken en samen met werkgevers en taalaanbieders wegen vinden om inburgeraars echt op weg te helpen naar een zelfstandige plek in de samenleving.”
De pilot laat zien dat statushouders sneller zelf hun weg weten te vinden in Roermond. Ze horen er sneller bij. Dan wordt de stap naar werk ook makkelijker. De methodiek gaan we dus zeker breder toepassen.
Wethouder Ferdinand Pleyte: “Wat mij betreft komen er meer van dit soort projecten waarbij we statushouders met maatwerk verder kunnen helpen. Soms moet je wegen kunnen bewandelen buiten de standaardregels en -procedures.”