Donald Trump en wielrennen? Hebben die twee iets met elkaar te maken? Nu niet meer, maar dertig jaar geleden was dat anders. Lang voordat mister Donald president werd van de Verenigde Staten was hij namelijk betrokken bij een wedstrijd die als …. Tour de Trump op de kalender stond. Het evenement was de opvolger van de Coors Classic die in acht edities winnaars als Greg LeMond én (in 1986) Bernard Hinault had voortgebracht.
Het feit dat hij een pak poen én gigantisch hoog prijzengeld in zijn Tour had gestoken was voor Trump van ondergeschikt belang. Heel ’bescheiden’ vertelde hij de pers ook waarom hij zijn naam aan de race had verbonden. ’Omdat daarmee de zekerheid is geschapen van een succes.’ Tevens sprak hij hardop de ambitie uit om van ’zijn’ rittenwedstrijd een Amerikaanse versie van de Tour de France te maken. Kortom, Donald droomde van een race dwars door het continent, van New York naar San Francisco. Het is er nooit van gekomen. Sterker, na twee edities verdween de Tour de Trump.
De naamgever was met zijn zakenimperium in zwaar weer beland. Toen daar ook nog eens de scheiding met vrouwlief Ivana bij kwam – de voormalige skister uit Tsjechië eiste een significant deel van het familiefortuin – had hij geen tijd meer voor de wielersport. DuPont, een gigant in elektronica, nam de sponsoring over met gelijktijdige naamswijziging in Tour DuPont.
Die werd van 1991 tot en met ’96 zes keer gehouden. Erik Breukink, Greg Le Mond, Raoul Alcala (dit keer in het team WordPerfect waarover Jan Raas de scepter zwaaide), de Rus Ekimov en tweemaal Lance Armstrong werden de winnaars. Daarna viel ook hier het doek. Overigens bleef Amerika, dat een paar jaar geleden het WK in Richmond organiseerde, ook na de Tour DuPont (en later de val van Armstrong) niet verstoken van internationale wedstrijden. Maar de belangrijkste daarvan, de Ronden van Californië en Utah, zijn toch door organisatorische problemen én coronacrisis voor dit jaar geschrapt. Of Donald in het Witte Huis er weet van heeft?
De Tour de Trump had al bij de eerste editie, net als zijn voorganger Coors Classic, grote ploegen uit Europa aangetrokken. Daartoe behoorden het Panasonicteam van Peter Post en de PDM-formatie van Jan Gisbers. De koers door het noordoosten van de Nieuwe Wereld mocht mede daardoor niet klagen over TV-aandacht en verdere media-interesse. USA Today met een miljoenenoplage besteedde er ruimschoots aandacht aan en een toonaangevend blad als Sports Illustrated schreef zelfs over een ’ongekend succes.’ De winnaar in 1989 was Dag-Otto Lauritzen uit Noorwegen. Een jaar later glorieerde de Mexicaan Raoul Alcala. De foto’s waarop zij bij Donald Trump op het podium stonden, geflankeerd door Henk Lubberding, Eric Vanderaerden en Erik Breukink die ereplaatsen hadden veroverd, gingen de wereld over. Trump, een krasse veertiger destijds die multimiljonair was geworden in de vastgoedbranche, vond het allemaal prachtig. Publiciteit, hé.
In de eerste Tour de Trump trok het peloton in tien dagen vanuit New York naar Atlantic City. Daar was de finish getrokken, pal vóór het hotel én casino van meneer de hoofdsponsor. Onderweg hadden Lubberding en Vanderaerden namens Panasonic respectievelijk één en vier etappes gewonnen. Laatstgenoemde zou vrijwel zeker ook het eindklassement op zijn naam hebben gebracht als hij in de afsluitende rit tegen de klok niet door een begeleidende motorrijder de verkeerde rijrichting was ingestuurd. Zodoende kwam de eindzege terecht bij Lauritzen, de sympathieke Noor die vóór zijn rennersloopbaan actief in het parachutespringen was.
Vanderaerden moest in de eindstand ook nog zijn Nederlandse makker Lubberding voorrang geven. Zelf is de renner uit het Belgisch Limburgse Lummen er van overtuigd dat hij bewust van de juiste route werd afgeleid. Zo moest de weg vrijgemaakt worden voor iemand die weliswaar geen Amerikaan was, maar wél zoals Lauritzen tot een ploeg uit dat land behoorde: Seven Eleven. In het tweede jaar telde de wedstrijd (3 tot en met 13 mei) één koersdag méér. Start ditmaal in Wilmington, finish na passages door Delaware, Maryland, Virginia en Massachusetts, in Boston. Daar telde winnaar Alcala driekwart minuut voorsprong op de jonge Noor Kvalsvoll en ruim het dubbele op Breukink.
Overigens, rond dezelfde tijd als de Tour de Trump, maar dan nóg eerder in het jaar, werd ginds ook een Ronde van de twee Amerika’s verreden. Deze wedstrijd had een merkwaardige formule. Eerst werden een paar etappes in Florida gehouden, waarover men dan een eindklassement opmaakte. Vervolgens werd de karavaan overgevlogen voor het tweede deel van de race dat zich in Puerto Rico en Venezuela afspeelde.
Ook dáárover werd een klassement in elkaar gestoken. En om het helemaal compleet te maken voegde organisator German Blanco, die net als Donald Trump veelvoudig miljonair was, er nog een totale rangschikking over beide delen aan toe. Onder meer de Zwitser Wyder en (in ’89) Hans Daams uit Valkenswaard hebben er met de bloemen gezwaaid. Dat laatste deed een andere Brabander, wijlen Bert Oosterbosch, ook in … wéér een andere koers aan de overzijde van de Oceaan. In dit geval een vierdaagse in en rond Washington die een beetje overdreven de Ronde van Amerika werd genoemd. Naast Oosterbosch waren ook landgenoten als Ad Wijnands , Henk Lubberding en Leo van Vliet van de partij, net als Frits Pirard die toen voor een Italiaanse ploeg uitkwam.
Trouwens, zo rond 1975 hadden Pirard en Van Vliet mét Arie Hassink en een paar andere ploegmakkers van Amstel, óók al in de VS gekoerst. Zij deden dat toen nog als amateur onder leiding van Herman Krott in de Red Zinger Tour, een meerdaagse die door de gelijknamige theefabrikant werd gesponsord. In de steden waar een etappefinish was hadden Van Vliet c.s. over publieke belangstelling niet te klagen. Echter, er waren ook ritten waarin zij met het peloton urenlang door de verlatenheid reden. Hier en daar een enkele toeschouwer, voor de rest vervallen hutjes van jagers en goudzoekers. De Tour de Trump bestond toen nog niet.
Wiel Verheesen