Derde aflevering
Twee wekelijks blikt Sportjournalist Wiel Verheesen in de rubriek DE KOERS VAN TOEN terug op wielerwedstrijden uit het verleden. Heroïsche verhalen; U mag er van genieten.
Met de Strade Bianche (letterlijk: witte wegen) hebben de Italianen in 2007 een niet alledaagse wedstrijd op de kalender gezet. De koers over een kleine 200 kilometer in Toscane gaat namelijk voor één derde deel over onverharde grind- en zandwegen. Kortom, de heroïek druipt er vanaf. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de wedstrijd ondanks het korte bestaan de uitstraling heeft van een klassieker. Lang geleden had men in Italië overigens óók al een wedstrijd, in dit geval een meerdaagse, die qua opzet afweek van de gebruikelijke paden. Ik heb het dan over Rome-Napels-Rome, oftewel de Gran Premio Ciclomotoristico delle Nazioni, met welke aanduiding meteen duidelijk wordt dat er tijdens deze race ook met motorgangmaking werd gereden, achter de Vespa, het razend populaire scootermerk in die jaren.
U kunt zich voorstellen dat het in de doorkomstplaatsen een heus spektakel was als het peloton voorbij trok. In de meeste gevallen werden overigens alleen de laatste tientallen kilometers gereden met gangmaking. Soms gebeurde het echter ook dat na een gewone ’rit in lijn’ nog een korte etappe plaatsvond waarin van start tot finish achter de scooters werd gestreden. Om ongelukken tot het minimum te beperken kozen de organisatoren er wél voor, dat het peloton redelijk overzichtelijk was, een man of veertig, hooguit zestig. Kwaliteit boven kwantiteit.
Rome-Napels-Rome had overigens al in de eerste decennia van de vorige eeuw plaatsgevonden, maar toen zonder gangmaking. De vernieuwing kwam er pas nadat de wedstrijd in 1950, na een lange onderbreking, onder het stof vandaan werd gehaald. En van een nationale koers werd de Gran Premio meteen een internationale gebeurtenis, derhalve met wereldtoppers op de startlijst. Daartoe behoorden in de loop der jaren ook Nederlanders als Wim en Piet van Est, Jo de Haan en Peter Post, om er maar een paar te noemen. Geen van hen speelde het echter klaar wat Wout Wagtmans wél presteerde. Vijf jaar nadat hij al de Ronde van Romandië had gewonnen schreef de tengere Brabander namelijk in 1957 Rome-Napels-Rome op zijn naam. Welke andere toppers zoal voor hem moesten buigen? Allereerst de Spanjaard Poblet en de Belgen Van Steenbergen, Van Looy,Impanis en De Bruyne. Voorts de Luxemburgse klimmer Gaul, het Zwitserse fenomeen Koblet en – natuurlijk – een paar dozijn Italianen.
Al vanaf de eerste rit (die hij won) was Wagtmans in de achtdaagse confrontatie niet uit het voorste gelid weg te slaan geweest. De bewondering in het vaderland werd per etappe groter en toen hij op woensdag 1 mei in de ’eeuwige stad’ als sterkste van de bijna veertig overgeblevenen werd gehuldigd kende het enthousiasme bijna geen grenzen meer. Het feit dat de mogelijkheden van communicatie in de verste verte nog niet konden tippen aan het huidige tijdperk – zoals rechtstreekse TV-uitzendingen of anders toch minstens de gsm – deed aan deze vreugdegolf niets af.
’Ik heb gewonnen,’ zei Wout aan de telefoon in het hotel van waaruit hij naar Sint Willebrord belde. ’Morgenavond om zes uur ben ik op Schiphol.’ Antwoord aan de andere kant van de lijn: ’Proficiat Wout, we komen je halen. Heel Sint Willebrord staat op z’n kop.’ Inderdaad, het dorp was de volgende avond compleet uitgelopen om de wielerheld (en plaatsgenoot van die andere beroemdheid, Wim van Est) te begroeten. Helaas voor de bewoners, het vliegtuig waarmee Wout naar Nederland vloog was met grote vertraging de lucht ingegaan en had ook nog een onvoorziene tussenlanding in Basel gemaakt. Zodoende duurde het tot elf uur voordat Wagtmans arriveerde. Harmonie De Eendracht was toen al ingerukt, net als een groot deel van de andere wachtenden. Maar het enthousiasme van de blijvers overtrof desondanks alle verwachtingen. Trouwens, de serenade werd gewoon een dag uitgesteld.
Luttele etmalen later stond Wout met Wim van Est, Jan Nolten, Gerrit Voorting en een paar andere ploegmakkers van Locomotief alweer aan het vertrek van de Ronde van Nederland, die voor het eerst in de historie buiten de landsgrenzen startte, in Luik. De finish van de openingsrit lag op de Groene Boord in Heerlen, maar voordat het uiteengescheurde peloton dáár na bijna 200 kilometer arriveerde had het op de uitlopers van de Ardennen en in het Zuid-Limburgse heuvelland een en ander meegemaakt. Koude wind, hagel, sneeuwjachten en glibberige wegen maakten van de strijd een Noordpoolrit en …. Wagtmans behoorde tot degenen die daarin ten onder gingen. Huilend van ellende, klappertandend van de kou, werd hij in Battice, net vóór de grensovergang, een ambulancewagen ingedragen. Roger de Cock, een Belg, werd in Heerlen als ritwinnaar gehuldigd. Zijn ploegmakker Rik van Looy stond een week later in Amsterdam als eindtriomfator op het hoogste podium. Hij werd geflankeerd door Wim van Est (tweede) en Piet van den Brekel (derde). En Wagtmans? Die startte daarna weer gewoon in de Giro d’Italia en Tour de France. Op het einde van zijn loopbaan toonde hij zich ook nog een stayer van formaat. Beginjaren zestig zette hij de fiets aan de kant. Hij nam het transportbedrijf van zijn schoonouders over, maar niet na nog één keer aan Rome-Napels-Rome te hebben deelgenomen, in 1960. Weer speelde hij een belangrijke rol, maar uiteindelijk moest hij achter de Fransman Louison Bobet met de tweede plek tevreden zijn. Weer een jaar híerna werd Rome-Napels v.v. (gewonnen door de Franse Pool Jean Graczyk) oor het laatst gehouden.
Wout Wagtmans haalde de eindstreep van het leven op 15 augustus 1994. De oom van profrenner Rini Wagtmans was bijna 65 jaar toen hij in Sint Willebrord zijn laatste adem uitblies.