Op basis van artikel 43 van het vergaderreglement voor de raadsvergaderingen van Roermond stelt de VVD-fractie vragen over de “Beleidsregels TONK”
Inleiding
De Rijksoverheid stelt gemeenten middelen ter beschikking ter uitvoering van de regeling Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK). Voor de uitvoering van deze regeling en ter beoordeling van wie voor deze regeling in aanmerking kunnen
komen, gelden beleidsregels. Ook het College van B&W van Roermond heeft op 30 maart 2021 beleidsregels voor de uitvoering van deze regeling vastgesteld.
De VVD-fractie stelt opvallende verschillen vast tussen de modelbeleidsregels, opgesteld door Divosa, de voorbeeld modelbeleidsregels kleine gemeenten, gepubliceerde regelingen van andere gemeenten en de beleidsregels van Roermond.
De beleidsregels van Roermond lijken ongunstig uit te pakken, ten opzichte van zowel de genoemde modellen als de regelingen in andere gemeenten. Dit veroorzaakt enerzijds een verkleining van de doelgroep die van de regeling gebruik kan maken en
anderzijds een beperking van de omvang van de ondersteuning op basis van de regeling. Daarmee wordt in onze ogen in de gemeente Roermond niet het gewenste doel van het kabinet bereikt.
Het kabinet heeft ook vastgesteld dat de doelgroep die met de regeling bereikt moet worden mogelijk groter is dan binnen het oorspronkelijk beschikbare budget mogelijk leek. Inmiddels is besloten tot een verruiming. Deze verruiming van het budget van de TONK zorgt ervoor dat mensen die dat nodig hebben de noodzakelijke ondersteuning kunnen krijgen.
Vanuit het kabinet en de Tweede Kamer is er de nadrukkelijke wens dat de TONK ruimhartig wordt toegepast, zeker voor de groepen die geen aanspraak kunnen maken op andere regelingen en een grote terugval in inkomen kennen. Gemeenten is gevraagd hun regeling zo in te richten dat de tegemoetkoming huishoudens substantieel ondersteunt in de betaling van hun vaste
lasten en hen daarmee verder helpt. Roermond lijkt niet in deze opzet te zijn geslaagd.
Vragen
- De TONK-beleidsregel van Roermond legt een beperking op de maandelijkse bijdrage tot maximaal € 285 per huishouden per maand, waar het model voor kleinere gemeenten zelfs over een maximum van € 600 per huishouden per maand spreekt. Waarom hanteert het college een lager maximum in de Roermondse beleidsregels?
- De Roermondse beleidsregels leggen een beperking op de mogelijkheid een tegemoetkoming uit de regeling TONK aan te vragen voor huishoudens met een inkomen boven 150% van de bijstandsnorm. Modelbeleidsregels hanteren een extra criterium: “met een inkomen boven het minimuminkomen en de beschikbare geldmiddelen boven het bescheiden vermogen voor zover de noodzakelijke kosten zijn draagkracht te boven gaan”. Waarom heeft het college nagelaten deze verruiming in Roermond ook op te nemen?
- Onlangs deed minister Koolmees een dringend beroep op (kleine) ondernemers zich te melden met hun aanvragen binnen de TONK-regeling, omdat het aantal ontvangen aanvragen tot dan toe maar rond de 10% was van het verwachte aantal. Hoe ontwikkelt het aantal aanvragen zich in Roermond?
- Kort voordat de beleidsregels in Roermond zijn vastgesteld, is het totaal beschikbare bedrag voor de TONK-regeling door het rijk verdubbeld, zodat nu € 260 miljoen beschikbaar is voor het eerste halfjaar 2021. Overweegt het college, op basis van deze wetenschap en na de oproep van de minister, de beleidsregels aan te passen?
- Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend is, is het college dan bereid: a. eventuele reeds afgewezen aanvragen te laten her beoordelen op basis van nieuw vast te stellen criteria; b. en breed publiekelijk bekend te maken dat een “verruimde” beleidsregel TONK in voorbereiding is?