Het Laurentius Ziekenhuis Roermond start op 1 februari met een screeningsprogramma om kwetsbare oudere patiënten die op de Spoedeisende Hulp (SEH) komen nóg beter te helpen. Het doel van dit programma is het vroegtijdig herkennen van kwetsbare ouderen, de zorg doelgericht afstemmen op deze groep zeventigplussers en zorgen voor een adequatere overdracht naar de huisarts, behandelend specialist of verpleegafdeling.
“We zien in de afgelopen jaren een toename van oudere patiënten die onze Spoedeisende Hulp bezoeken. Deze ouderen presenteren zich vaak met problematiek op verschillende gebieden wat dikwijls resulteert in een opname in het ziekenhuis. Een deel van deze oudere patiënten is kwetsbaar.
Deze kwetsbaarheid is niet altijd meteen duidelijk bij binnenkomst”, aldus SEH-arts Marieke Verspaget en SEH-verpleegkundige Roos Helwegen. “Snelle signalering kan deze categorie patiënten helpen en latere complicaties voorkomen, daarom starten we op 1 februari op de SEH met het APOP programma (APOP staat voor Acuut Presenterende Oudere Patiënt).
Door middel van de APOP screener (een korte vragenlijst die direct bij binnenkomst op de SEH door de verpleegkundige wordt afgenomen) worden patiënten met een verhoogd risico op kwetsbaarheid en daarmee verhoogd risico op functionele achteruitgang al op de SEH gesignaleerd”, aldus Verspaget en Helwegen.
De APOP-screening duurt slechts twee minuten per patiënt. Middels negen korte vragen wordt gekeken of de zeventigplusser kenmerken vertoont van geheugenstoornissen of een verhoogd risico op functionele achteruitgang of zelfs sterfte. Wanneer dit de uitkomst is, kan er voor deze patiënten reeds op de SEH gestart worden met passende maatregelen zoals het niet onnodig nuchter houden van de patiënt en preventieve maatregelen ten aanzien van vallen, doorligwonden, ondervoeding en acute verwardheid. Zodoende wordt de kwaliteit van zorg verbeterd en worden de kansen op een goed herstel van de patiënt vergroot. De APOP-screening draagt bovendien bij aan een goede kwaliteit van de ontslagplanning en een adequate overdracht zowel naar de huisarts als naar de verpleegafdelingen of opnemend specialist.