Een gedicht ter nagedachtenis aan de dertien Roermondenaren en een Poolse dwangarbeider, die in de nacht van 26 op 27 december 1944 door de Duitsers aan de Luzenkamp gefusilleerd werden. De jaarlijkse voettocht op 30 december kon vandaag niet doorgaan i.v.m. de coronabeperkingen.
Foto: FB pagina Hans van Bergen
Partizaan van het gehavende geweten
jouw passen in duizendvoud
gebeiteld stonden als hiërogliefen
in het gehavende geweten van de tijd
probeerde men jouw bloed te begraven,
weg te wassen en uit te wissen
met geur van aarde, van wind en dennenhout,
het voorgoed te laten zwijgen
om nooit meer te kunnen ruisen
en te vertellen van de dagen
voor dat donkere decemberuur
of dat moment van versmolten liefde
dat jou ooit heeft voortgebracht.
Nooit meer te kunnen ruisen
van de wind van duizendbloemengeuren,
van nieuwe lichtende lentes
waarop je in stilte nog hoopte
toen achter jouw rug de geweren
al in precieze aanslag werden gericht,
nooit meer zou kunnen vertellen
van gestorven maanlicht
toen jouw ogen zich sloten
op de tijdgrens van oorlog en vrij zijn
en aarde zich over je heen boog
als een schaduw in rouw.
Diezelfde moederaarde waaruit
jouw stem nog altijd klinkt
en vertelt dat onschuldig bloed
nooit diep genoeg kan worden begraven
om te moeten zwijgen over onrecht
en dat er nooit één spade zal zijn
die dieper graven kan dan de waarheid.
© Hans van Bergen, Roermond, 2020