Roermond: de fractie van de VVD stelt vragen over: bevervraat

Naar aanleiding van meerdere artikelen in de media over de gevolgen van de in
omvang toenemende populatie bevers in onder meer het Maasplassengebied stelt de VVD de volgende vragen aan het college.

De groeiende populatie bevers is een gevolg van de beschermde status die bevers
wettelijk hebben gekregen. Maatregelen tot regulering van de beverstand zijn
nauwelijks mogelijk, verdrijven of verplaatsen is (met enkele uitzonderingen) zelfs
wettelijk verboden. Voor het treffen van de bij uitzondering mogelijke maatregelen is
altijd een ontheffing van de Provincie Limburg nodig.

Door de (ongebreidelde) toename van de bevers nemen ook de problemen toe die
deze nijvere bijters en gravers in onze omgeving veroorzaken. Bijvoorbeeld door
ondergraving van wegen, fietspaden en doorgraving van dijken en taluds. Maar ook
het, soms monumentale, groen moet het ontgelden.

In de Stadsweide van Roermond worden Canada-populieren geslachtofferd, langs de Asseltse Plas en in De Weerd is er een aanzienlijke aantasting van soms beeldbepalende knotwilgen. Ook is op diverse plaatsen in het Limburgs landschap aanzienlijke schade ontstaan aan jonge aanplant. Om nog maar niet te spreken van gewasschade bij boeren. Onder anderen mais en
bieten zijn voor bevers een geliefd hapje.

Nadat de bever rond 1750 uit Limburg verdween door jacht en biotoopvernietiging, is
van 2002 tot 2004 door het uitzetten van bevers weer een populatie beginnen te
ontstaan, die zich nu explosief uitbreid.

In het Limburgse Faunabeheerplan Bever 2017-2020 staat als conclusie: “Gezien de huidige populatieomvang en verwachte toename daarvan (zeker ook gezien de landelijke ontwikkeling) wordt ingeschat dat in de toekomst belangrijke schade aan erkende belangen in de provincie vaker zal gaanoptreden.”

In 2016 wordt de populatie in Limburg al geschat op 625 bevers, in 2017 worden alle in Limburg voor bevers geschikt geachte leefgebieden al bezet.

In het Faunabeerplan 2020-2026 wordt gesteld: “De populatie-omvang in Limburg is de
afgelopen jaren sterk toegenomen. Inmiddels(2019) leven naar schatting 900-1.000
bevers in de provincie. Een deel van de dieren leeft in gebieden waar ze overlast of
schade veroorzaken, bijvoorbeeld in agrarisch en stedelijk gebied. In natuurgebieden
komen soms de natuurdoelen in het gedrang. Veroorzaakte schade aan infrastructuur,
zoals wegen en waterkerende lichamen, leidt tot veiligheidsrisico’s.”

Alles lijkt erop dat de ontwikkeling van de beverpopulatie in toenemende mate voor
problemen gaat zorgen. De natuur komt onder druk te staan, schade, soms
aanzienlijke schade wordt toegebracht aan niet alleen infrastructuur en
landbouwgewassen, maar ook aan eigendommen van particulieren en ondernemers.

Zelf kunnen deze maar in beperkte mate beschermingsmaatregelen treffen, die net als
de veroorzaakte schade aanzienlijke kosten met zich mee kunnen brengen. Alleen
gewasschade wordt daarbij vanuit de overheid vergoed.

Het gevolg is dat particulieren en ondernemers buiten hun schuld opgezadeld worden met de kosten die het gevolg zijn van een landelijk ingericht systeem van faunabescherming en -beheer en waarbij de vraag kan worden gesteld of het nog langer redelijk en billijk is dat deze kosten voor hun rekening moeten blijven.

Uit het vorenstaande zult u begrijpen dat de VVD-fractie met een aantal vragen zit,
welke nu volgen.

  1. Op welke wijze ondersteunt het college particulieren en ondernemers bij het
    oplossen van problemen die zij ondervinden met bevers?
  2. Is het college bereid om vanuit de positie van centrumgemeente die Roermond
    vervult, samen met de gemeenten Leudal, Maasgouw en Roerdalen, Het
    Limburgs Landschap en het Waterschap Limburg, initiatieven te ontwikkelen
    richting het provinciebestuur om het beverprobleem bespreekbaar te maken en
    in gezamenlijkheid oplossingen te ontwikkelen?
  3. Is het college bereid, het voortouw te nemen om samen met de regio, het
    Waterschap Limburg, Het Limburgs Landschap en de Provincie Limburg het
    toenemende probleem dat de groeiende beverpopulatie oplevert bespreekbaar
    te maken bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en/of de
    voor faunabeheer verantwoordelijke staatssecretaris?
  4. Is het college bereid, in samenspraak met het Waterschap Limburg, de overige
    Maasplassengemeenten, Het Limburgs Landschap en de Provincie Limburg bij
    het kabinet aan te dringen op het vormen van een landelijk schadefonds waarop
    particulieren en ondernemers een beroep kunnen doen voor door hen geleden
    schades die niet vergoed worden uit de bestaande regelingen voor
    gewasschades?
  5. Op welke wijze gaat of laat het college uitvoering geven aan de in de vragen 2
    t/m 4 gevraagde acties?
Dit bericht delen:
Scroll naar boven