Roermond – De CDA-fractie stelt vragen over de toekomstbestendige Zorg en Ondersteuning

Op basis van artikel 43 van het vergaderreglement voor de raadsvergaderingen van Roermond stelt de CDA fractie vragen over toekomstbestendige Zorg en Ondersteuning.

De CDA fractie is benaderd door ongeruste vrijwilligers die via een brief van de gemeente het bericht hebben ontvangen dat er iets gaat veranderen in de sociale basis en WMO begeleiding.

Aanleiding is het plan “Beter met Minder” waarmee de gemeenteraad van Roermond eind 2018 akkoord is gegaan met als doel de dienstverlening binnen het Sociale Domein kwalitatief te verbeteren en de kosten hiervan te reduceren.

Een van de onderdelen van dit plan blijkt een traject Toekomstbestendige Zorg en Ondersteuning te zijn waarbij de dienstverlening komt te liggen bij een externe partij die gaat samenwerken met andere partijen.

Deze partij, waarvoor op dit moment blijkbaar een gunningstraject loopt, moet gaan  zorgen voor een voldoende uitgeruste sociale basis en een goede samenwerking met andere functies die niet tot de reikwijdte van de opdracht behoren in de sociale basis. Het is niet duidelijk wat dit concreet gaat betekenen voor organisaties die werken met vrijwilligers.

Onduidelijk is ook hoe de samenwerking met een nieuwe organisatie vormgegeven dient te worden. U zult begrijpen dat dit alles onrust veroorzaakt bij vrijwilligersorganisaties en daarom stelt de CDA fractie de volgende vragen:

  1. Op welk moment is de raad door het college op de hoogte gesteld van dit traject Toekomstige Zorg en Ondersteuning en wat zijn de kaders waaraan aanbieders moeten voldoen?
  2. Wat moet er kwalitatief verbeteren aan het huidige beleid Zorg en Ondersteuning binnen de WMO en waarop zijn deze verbeterpunten gebaseerd?
  3. Tot welke besparing gaat deze nieuwe opzet leiden en welke gevolgen heeft deze voor de spontaan ontstane infrastructuur met vele vrijwilligers?
  4. Welke vrijwilligersorganisaties ontvingen de brief met informatie over het traject Toekomstbestendige Zorg en Ondersteuning?
  5. Zijn er in de tussentijd al vragen en/of opmerkingen vanuit organisaties over deze brief ontvangen? Zo ja, welke?
  6. Wat gaat dit traject concreet betekenen voor deze vrijwilligersorganisaties in het Sociale Domein, in de structuur, communicatie en subsidierelatie?
Dit bericht delen:
Scroll naar boven