De kanten van de Zuid-Willemsvaart zijn veel te steil. Daarom moet de brandweer regelmatig een ree van de verdrinkingsdood redden. Maandagochtend is zelfs een ree overleden. “Heel sneu”, vindt de stadsecoloog van Weert. “Maar niet desastreus.”
Maandagochtend in alle vroegte was de brandweer uitgerukt met een tankautospuit en een boot. In de Zuid-Willemsvaart, ter hoogte van de Werthaboulevard was een ree gezien. Bij aankomst bleek het dier al te zijn overleden.
De kanten van de Zuid-Willemsvaart zijn veel te steil. Een fenomeen dat wel vaker voorkomt bij kanalen, weet Benjamin van Leeuwen, stadsecoloog van de gemeente Weert. “Maar in deze omgeving is wel erg veel groen.” De meeste reeën komen in de problemen tussen de sluis en de Belgische grens, waar veel bosrijke natuur ligt, zoals de Laurabossen, de IJzeren man en de Weerter- en Budelerbergen.
Rijkswaterstaat heeft uittreedplaatsen aangelegd. Dat zijn er te weinig, vindt Van Leeuwen, “maar dat er zo veel reeën in de problemen komen, komt ook door de krachtige stroming.”
Een ecoduct zou de beste oplossing zijn. “Dat is een paar jaar geleden overwogen, maar het werd te duur.” Het zou miljoenen gaan kosten. Dus voorlopig wordt het probleem met de reeën niet opgelost, voorziet de stadsecoloog.
Niet desastreus
Toch wil hij de kwestie graag relativeren. Een oorzaak van het grote aantal reeën dat in het kanaal in de problemen komt, ligt ook bij de grote aantallen reeën die nu eenmaal in het gebied voorkomen. “De territoria zitten vol”, zegt Van Leeuwen. “Het is zeer sneu als een ree verdrinkt. Maar het is niet desastreus. Dit is een héél zichtbaar pijnpunt. Maar er zijn grotere problemen die veel minder zichtbaar zijn.”
Als voorbeeld noemt hij de teruglopende insectenstand en de grondwaterkwaliteit. “En het gaat héél slecht met de egel.” De laatste paar jaar heerst er een onbekende besmettelijke ziekte onder de egels. “Een groot deel van de egelpopulatie is gedecimeerd.”
VML Nieuws