Veel mantelzorgers van mensen met dementie dreigen om te vallen als zij niet snel meer hulp krijgen. Alzheimer Nederland maakt zich vooral zorgen om de grote groep mantelzorgers met een naaste met dementie die thuis woont. Hun situatie lijkt verslechterd ten opzichte van de eerste meting in april. 64% geeft aan dat hij of zij méér ondersteuning nodig heeft. Ook voelt nog steeds 80% van hen zich zwaarder belast dan vóór de coronacrisis. Dat blijkt uit een recente peiling van Alzheimer Nederland onder ruim 1.000 mantelzorgers.
Mantelzorgers van mensen met dementie hebben zwaar te lijden onder de coronacrisis. De situatie lijkt verslechterd ten opzichte van de eerste peiling die Alzheimer Nederland hield in april, aan het begin van de coronacrisis. Mantelzorgers voelen zich vaker in de steek gelaten. Dit geldt voor een derde van de mantelzorgers met een naaste met dementie thuis (in april 23%) en voor 39% met een naaste in een zorginstelling (in april 27%).
Grote behoefte aan ondersteuning
64% van de mantelzorgers met de zorg voor een naaste met dementie thuis geeft aan meer ondersteuning nodig te hebben. Dit geldt voor de helft van de mantelzorgers met een naaste in een zorginstelling. De extra steun van familie, vrienden en kennissen is ook minder dan in april, vooral bij mantelzorgers met een naaste in een zorginstelling. Voor mantelzorgers met een naaste thuis vormt de dagbesteding een urgente ondersteuningsbehoefte. En hoewel de dagopvang weer langzaam op gang komt, geeft meer dan de helft aan dat hen nog steeds geen alternatief voor dagbesteding is geboden. Mede door het wegvallen van dagbesteding voelt nog steeds 80% van de mantelzorgers met een naaste thuis zich meer belast met de zorg voor hun naaste dan vóór de coronacrisis (83% in april)
Directeur Gerjoke Wilmink: ‘In mei luidden wij al de noodklok. Helaas is nu, een maand later, de situatie voor veel mensen zelfs verslechterd. Mantelzorgers staat het water aan de lippen. De coronasituatie duurt al drie maanden en gaat ook nog wel even duren. Dit betekent dat mantelzorgers zo snel mogelijk meer steun moeten krijgen. Voor mantelzorgers met een naaste thuis is de dagbesteding noodzakelijk. Het moet mogelijk zijn om hier meer voor te doen, bijvoorbeeld door het organiseren van activiteiten in kleinere groepen in meerdere ruimtes, activiteitenprogramma’s bij mensen thuis of online. We moeten crisissituaties zoveel mogelijk zien te voorkomen en kijken naar wat er wél mogelijk is. Om deze grote groep te ontlasten.’
Meer contact met naaste in zorginstelling nodig
Een ander zorgpunt, dat speelt bij mantelzorgers met een naaste met dementie in een zorginstelling, is de bezoekregeling Uit de peiling blijkt dat een kwart van hen nog steeds niet op bezoek mag komen bij hun naaste. Driekwart zegt dat de bezoekersregeling al wel versoepeld is. Van hen is de meerderheid inmiddels ook al op bezoek geweest bij hun naaste. Desondanks is er een grote behoefte aan verruiming van de bezoekmogelijkheden, zowel onder mensen die het eens zijn met de huidige bezoekregeling (vinden het een stap in de goede richting) als mensen die het daar oneens mee zijn (vinden één bezoeker te weinig). Dit blijkt ook uit een aantal reacties die Alzheimer Nederland kreeg: ‘Het blijft onmenselijk dat maar één persoon op bezoek mag komen…’, ‘Een half uur per week is nergens op gebaseerd’ en ‘Fijn, maar erg kort, anderhalf uur, één keer per week en dat op het einde van iemands leven…onmenselijk.’ Wel zijn de meeste mantelzorgers blij om hun dierbare met dementie weer te zien.
Directeur Gerjoke Wilmink: ‘Met de Handreiking zorg hebben we meegewerkt aan richtlijnen voor het, op een veilige manier, versoepelen van de bezoekersstop. Een deel van de zorglocaties is daar voortvarend mee aan de slag gegaan, tegelijkertijd zien we ook zorglocaties die de ruimte voor maatwerk nog niet benutten en strenger zijn dan nodig is. We hebben zeker nog een weg te gaan. Wij geloven sterk in maatoplossingen, waarbij verzorgenden en familieleden samen optrekken.’