Het kabinet heeft nog geen toezegging gedaan over de 1,9 miljard euro extra voor de jeugdzorg voor 2022. Het oordeel van de arbitragecommissie is zonder enige inhoudelijke reactie met een neutrale brief vrijdagavond naar de Kamer gestuurd. Als het kabinet het oordeel van de arbitragecommissie in zijn geheel overneemt, is de VNG tevreden. Ook al moet zij zelf een flinke concessie doen.
Niet shoppen
‘Ik ga er vanuit dat de regering een voorstel aan de Tweede Kamer gaat doen dat in lijn is met het oordeel van de arbitragecommissie’, stelt VNG-directeur Leonard Geluk. ‘Het kabinet moet er niet in gaan shoppen.’ De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) spreekt over een ‘doorbraak’. ‘Deze commissie met gezag heeft geoordeeld dat het rijk gemeenten al die jaren onvoldoende middelen heeft gegeven om de Jeugdwet uit te voeren. Dat is een erkenning van hetgeen we al jaren zeggen en zeer waardevol voor ons’, aldus Geluk.
Normalisering verhoudingen
Als het kabinet inderdaad de komende jaren met de extra miljarden over de brug komt, en daar gaat de VNG vanuit, effent dat de weg voor normalisering van de slechte verhoudingen tussen rijk en gemeenten, vervolgt Geluk. En daarmee om gezamenlijk te werken aan de ontwikkelagenda, waarin rijk en gemeenten voor 1 januari 2022 afspraken moeten maken over maatregelen om het stelsel te verbeteren en besparingen door te voeren.
Geen toezegging
De VNG had gehoopt dat er vrijdag na de ministerraad al witte rook zou komen voor in ieder geval de 1,9 miljard voor 2022 (dat is inclusief de eerder toegezegde 300 miljoen euro). Er is vrijdag geen concrete toezegging gedaan, zo laat een woordvoerder van verantwoordelijk staatssecretaris Blokhuis (VWS) weten. Blokhuis schrijft in zijn Kamerbrief dat het oordeel van de arbitragecommissie ‘zwaarwegend’ is en als inbreng dient voor de kabinetsformatie. ‘Een volgend kabinet kan vervolgens integraal besluiten over de inrichting van het jeugdstelsel en het bijbehorende structurele budget voor de uitvoering van de Jeugdwet.’ Mogelijk dat er woensdag meer duidelijkheid komt over in ieder geval het budget voor 2022. Dan is er een bestuurlijk overleg tussen rijk en VNG over het oordeel van de arbitragecommissie.
Concessie
Wat de VNG betreft is het oordeel, van a tot z, bindend. ‘We nemen het hele oordeel van de commissie over’, aldus Geluk. Dat betekent ook dat de VNG op onderdelen concessies moet doen. De VNG is fel gekant tegen de verplichting tot regionale samenwerking bij een aantal jeugdzorgvormen. Daarvoor is een wet in voorbereiding. De VNG vindt dat het rijk daarmee te veel op de stoel van gemeenten gaat zitten en stelt dat gemeenten op basis van de zogeheten Norm voor Opdrachtgeverschap (NvO) hierover vrijwillige afspraken kunnen en moeten maken.
Aderlating
In de toepassing van die NvO ziet de arbitragecommissie te weinig voortgang. Zij vindt met het kabinet dat invoering van de wet Verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen nodig is. ‘We hebben ons altijd tegen regionalisering verzet. Nu wij het kabinet vragen om niet te shoppen in het oordeel van de arbitragecommissie, moeten wij dat ook niet doen. We trekken ons verzet tegen regionalisering in. We committeren ons aan het oordeel van de arbitragecommissie’, aldus Geluk, die van een ‘flinke concessie’ en ‘een aderlating’ spreekt. Ook de gewenste uniformering van de inkoop en administratie ‘vraagt veel van de VNG’.
Kritisch kijken
Geluk, als VNG-directeur maar ook als oud-wethouder jeugd, voelt zich persoonlijk gecommitteerd om tot een goede ontwikkelagenda te komen. Een palet aan mogelijkheden ligt er al, zoals inperking van de jeugdhulpplicht, invoering van een eigen bijdrage en beperking van de duur van trajecten. ‘We moeten kritisch kijken naar de zorg die we nu verlenen en of die allemaal noodzakelijk is. Als gemeenten gaan we ons uiterste best doen om de kosten te beperken.’ Dat moet wel samen met het rijk gebeuren. De randvoorwaarden die de Haagse politiek moet stellen zijn medebepalend voor het kunnen terugdringen van het beroep op jeugdzorg en daarmee de kosten.