De gemeente Roermond heeft haar belangrijkste doelen op het gebied van afvalinzameling niet gehaald. Zowel de vermindering van huishoudelijk restafval als de verlaging van de kosten blijven achter bij de verwachtingen. Ook het scheidingspercentage blijft lager dan gepland.
Dat blijkt uit het onderzoek naar afvalbeleid in de gemeente dat is uitgevoerd door Rekenkamer Roermond.
In 2017 stelde de gemeente doelen in het kader van het afvalbeleid. Zo moest het restafval in 2025 dalen naar maximaal 100 kilogram per persoon per jaar, en minstens 75 procent van het afval moest gescheiden worden ingezameld. Uit de cijfers blijkt echter dat het restafval in 2023 op 144 kilogram per persoon ligt, terwijl het scheidingspercentage is gestegen naar 65 procent. Hoewel dit een verbetering is ten opzichte van eerdere jaren, blijft het ver onder de gestelde doelen.
Gestegen afvalstoffenheffing
Daarnaast zijn financiële doelen, zoals een verlaging van de afvalinzamelkosten met 10 procent, niet gehaald. Ook de afvalstoffenheffing, die op termijn zou dalen, is juist met 25 procent gestegen sinds 2020. Een belangrijke oorzaak voor het achterblijven van de resultaten is de vertraging in de invoering van een nieuwe inzamelmethode. Deze overstap van duo- naar monocontainers werd een jaar later ingevoerd dan gepland, waardoor de doelen lastiger te behalen waren.
Toch zijn er ook een aantal redenen voor het niet behalen van de beoogde resultaten die buiten de gemeente liggen, zoals de energieprijzen en inflatie.
Onvoldoende geïnformeerd
De rekenkamer concludeert dat de gemeenteraad onvoldoende is geïnformeerd over de voortgang van het beleid. Om toekomstige doelen beter te realiseren, adviseert de rekenkamer onder meer om meer aandacht te geven aan beleidsvorming en de raad actiever te betrekken bij de ontwikkelingen. Het huidige afvalbeleid loopt eind 2024 af.
De gemeente werkt aan een nieuw beleidsplan waarin opnieuw doelen worden gesteld voor afvalvermindering en hergebruik.