De eerste eikenprocessierupsen zijn uit het ei gekomen. Veel gemeenten troffen al voorbereidingen voor de start van het jeukrupsseizoen. Er wordt meer ingezet op natuurlijke bestrijding en het gebruik van succesvolle methoden van de afgelopen jaren.
‘Geen grap: op 1 april 2021 zijn de eerste eikenprocessierupsen uit het ei gekomen. Voor veel beheerders, bestuurders en andere betrokkenen het signaal hun maatregelen in te plannen,’ meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups. Er werd verwacht dat de eerste larven van de rups rond tien april uit het ei zouden kruipen. De prognose is gebaseerd op de weersverwachting voor de lange termijn en op veldonderzoek waarbij ei-pakketjes uit verschillende regio’s zijn verzameld en bekeken.
Vorig jaar startte de bestrijding trouwens ongeveer op hetzelfde moment. Uiteindelijk bleek de plaag van de eikenprocessierups in 2020 een stuk minder groot dan het jaar ervoor. Onder meer door betere voorlichting en preventieve maatregelen van gemeenten. Ook dit jaar staan veel gemeenten al in de startblokken voor het beheersen en bestrijden van het plaagdier.
Meer natuurlijke bestrijding
Zo laat de gemeente Utrecht weten dit jaar in te zetten op meer natuurlijke bestrijding. De gemeente stopt bijvoorbeeld met het gebruik van het bestrijdingsmiddel Xen Tari. Daarnaast wordt het gebruik van nematoden afgebouwd. ‘De middelen doden meerdere soorten rupsen. Dat heeft ook negatieve gevolgen voor dieren die deze rupsen eten,’ aldus de gemeente. Ook wordt het maaibeleid op vier locaties aangepast. De gemeente maait eerder of juist later in het seizoen om zo planten, bloemen en kruiden te laten groeien. Die trekken namelijk natuurlijke vijanden van de rups aan, zoals gaasvliegen en wespen.
Nestkasten
Verder gaat Utrecht het derde jaar in van een pilot met nestkasten voor koolmezen en pimpelmezen, de vogels die de rups eten. De pilot startte in 2019. Toen werd ongeveer de helft van de nestkasten gebruikt door mezen. In 2020 nam het aantal mezen toe. ‘Op de Brailledreef was 65 procent van de nestkasten bezet, op de Zandlaan zelfs 85 procent. En er werden minder nesten met eikenprocessierupsen waargenomen. De nestkasten lijken dus een positieve bijdrage te leveren aan de bestrijding van de eikenprocessierups.’ Dit jaar monitort de gemeente de kasten en aantal nesten opnieuw.
Succesvolle bestrijders
Vogels en insecten zijn inderdaad succesvolle bestrijders van de eikenprocessierups, zo schreven deze rupsendeskundigen recent nog. In bomen met veel natuurlijke vijanden van de jeukrups zitten tot 75 procent minder nesten. Het Kenniscentrum Eikenprocessierups en de universiteit van Wageningen experimenteren al enkele jaren met natuurlijke bestrijding van de eikenprocessierups in het Drentse Wapserveen.
Preventief spuiten
Meer gemeenten treffen voorbereidingen en staan met mensen, materiaal en machines paraat om de strijd aan te gaan met het plaagdier. Emmen bijvoorbeeld heeft het plan al klaarliggen. Vorig jaar zorgde de rups hier namelijk voor veel overlast. Dit jaar wil de gemeente daarom proberen om de uitbreiding van de rups een halt toe te roepen met een pakket aan maatregelen. Van april tot begin mei worden ruim zevenduizend bomen preventief bespoten op plekken met een hoog risico, zoals drukke winkelcentra, scholen en kinderopvangcentra of drukbezochte fiets- en wandelroutes. ‘Door op meer plekken te spuiten, kunnen we nu op andere belangrijke plekken nesten ruimen.’ En ook Emmen zet in op het vergroten van de biodiversiteit met een ander maaibeleid en het zaaien van bloemen en planten, om zo natuurlijke vijanden van de rups aan te trekken.
Op dezelfde voet
Enschede gaat op dezelfde voet verder met haar aanpak. In 2020 waren er in de gemeente ruim zestig procent minder overlastmeldingen dan in 2019. De aanpak bestaat uit biologische bestrijding vóórdat de overlast ontstaat, het bevorderen van biodiversiteit en het wegzuigen van de nesten waar nodig. Zo worden bijvoorbeeld ruim 23.000 eiken behandeld met aaltjes of bacteriën. De plekken waar in 2020 sprake was van veel overlast, zijn door experts opnieuw bekeken. ‘In sommige eiken is toch een vorm van bestrijding mogelijk. In een enkel geval is ontheffing bij de provincie aangevraagd om aaltjes in te zetten op plekken waar wettelijk gezien niet bestreden mag worden, terwijl de overlast hier erg hoog is,’ aldus de gemeente.
Ook de gemeente Zeist zet grotendeels dezelfde maatregelen in als vorig jaar, omdat deze succesvol bleken. Dit zijn het aantrekken van natuurlijke vijanden, het wegzuigen van nesten en preventieve bestrijding. ‘Door op verschillende manieren de aanpak te organiseren, zorgen we zowel voor de gezondheid van mensen als de bescherming van andere insectensoorten. Elk jaar evalueren we de aanpak en maken we een nieuw plan van aanpak.’