Iedereen is het erover eens dat we onszelf moeten kunnen ontwikkelen: zelfontplooiing. Maar dit kan zover doorgevoerd worden, dat het een excuus wordt voor egoïsme. Het wordt dan mijn eigen zin doen en geen verantwoordelijkheid nemen voor de gemeenschap: gezin, buurt, vereniging, parochie, kerk, … Zelfontplooiing is dan alleen een mooie naam.
Verdraagzaam zijn kan ook een zeker excuus worden. Natuurlijk moeten we tolerant en verdraagzaam zijn. Maar deze houding kan heel dicht komen te staan bij onverschilligheid. En dat komt ons soms goed uit.
Iets moeilijker om doorheen te prikken is perfectionisme. We willen alles perfect doen. En dat heeft iets goeds! Het staat tegenover slordigheid en gemakzucht en heeft zo veel met naastenliefde te doen. Maar het kan ook iets krijgen van “kijk mij eens!” Het gaat dan om eigen eer en aanzien. En dan staat het ver af van de het Bijbelse begrip van volmaaktheid. De vastentijd roept ons op ons op God te richten. En dan ontdekken we hoezeer we Gods barmhartigheid nodig hebben. Om dat te beseffen, moeten we niet onszelf op de voorgrond plaatsen, maar Gods eer zoeken.
Het gaat erom, dat we eerlijk naar onszelf kijken. Wat verwacht God van mij? Die vraag toelaten is al met Jezus op weg zijn. Vastentijd vraagt daarom, onze daden niet louter menselijk te bezien, maar vanuit wat God van ons verwacht. Het evangelie van Aswoensdag begon met ”beoefen uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen”…. En het eindigde met doe het voor uw Vader in de hemel en ”uw Vader die in het verborgene ziet, zal het u vergelden”.
Goede vastentijd en mooie voorbereiding op Pasen.
Pastoor-deken Wim Miltenburg fso