Bij het ravotten, ridderspelen en degelijke ging het er in het spel altijd om de ander verslaan. – Dat hoort bij spelen. – En als je onderlag en geen kans meer had om het er ‘levend’ van af te brengen, riep je nog “genade, genade!”, om nog een laatste kans te krijgen. Zo van: dood me niet; laat me nog leven! “Genade!”
Je kunt er geen aanspraak op maken, maar bent overgeleverd aan de goedheid van de ander. We kennen het uit films waar bijvoorbeeld in de Romeinse theaters geduelleerd werd en vóór iemand de genadeklap uitdeelde, hij naar de keizer op de tribune keek en wachtte op het teken: duim omhoog betekende: laten leven; of duim omlaag: geen genade en afmaken.
Genade heeft te maken met wat je gratis krijgt, zonder er aanspraak op te kunnen maken. In ons geloof wordt dit woord genade gebruikt. Het is een gave die je gratis krijgt. Een gave die tegelijk een uitnodiging is om de ontvangen mogelijkheid dan waar te maken. Je krijgt iets waar je uit je zelf geen aanspraak op kunt maken. Je krijgt het gratis. Nu er een nieuw jaar voor ons ligt vragen we van alles voor dit nieuwe jaar: bevrijding van covid19; vrede; goede gezondheid voor onszelf en familie. We wensen elkaar met de beste wensen een gelukkig, gezegend of zalig 2021. Dat we van God genade verkrijgen; gaven of mogelijkheden die we zo maar ontvangen. Dat er tijd is voor genade.
Misschien kunnen we het ook omkeren: dat er genade is voor de tijd. Dat we de tijd zo invullen, dat deze voor ons en anderen gevuld kan worden met wat we niet zelf presteren of verdienen, maar van God gratis ontvangen. Geluk moet je ook afdwingen, wordt er in de sportwereld wel geroepen. Om zelf de voorwaarden te creëren, dat genade kan stromen. Zo kunnen we voor elkaar misschien “kanaal van Gods genade” (Julia Verhaeghe) worden. We kunnen door wat wij zeggen, of doen de ander helpen om oog en oor te krijgen voor wat God iemand wil geven. Dat wens ik u graag toe: dat we het goede en mooie, wat we zelf niet in de hand hebben, van God mogen verkrijgen. Voor onszelf en voor elkaar.
Wat het nieuwe jaar ons brengt weten we niet. Maar wonderen kunnen we in zekere zin zelf mee op de been helpen. Een attente houding naar elkaar; een ontvankelijke leefwijze, waarin God kan en mag ingrijpen. Dat is niet passief afwachten, maar doen wat in onze mogelijkheden ligt en tegelijk beseffen hoe het leven niet vanzelfsprekend is. Dat we vol vertrouwen van God mogen verwachten wat we nodig hebben. Eerlijk ons leven en de omstandigheden onder ogen zien, ook (of juist) nu in coronatijd. En dan tegelijk zelf de stappen te zetten die we die we kunnen zetten. Zo vertrouwen we op God en nemen we niet tegelijk een passieve houding aan, maar creëren we een klimaat waarin wij open staan voor Gods ingrijpen: voor zijn genade. Biddend Gods gaven afsmeken. Dat 2021 een jaar met veel zegen mag zijn.
Pastoor-deken Wim Miltenburg fso