Tweede pinksterdag is in ons land een officiële vrije dag, die we graag behouden. Alleen al dat deze vaak in de meimaand valt is een pré. Paus Franciscus heeft in 2018 opgeroepen deze dag te vieren als gedachtenis van Maria, Moeder van de Kerk. Op Pinksteren vieren we de komst van de Heilige Geest over de apostelen. Maria was daarbij. Samen met Maria waren de vrouwen en de broeders – de leerlingen – in gebed (vgl. Hand 1,14). Daags erna vieren we Maria als Moeder van de Kerk.
Nu in de meimaand worden wij meer nog dan anders aangetrokken om ons vertrouwen in Maria te stellen. Zij trekt ons naar haar beeltenis in een kapel of kerk en we ervaren hoe zij onze moeder is, Moeder van de Kerk. Maria brengt ons bij de Kerk, die Jezus gesticht heeft. Daar mogen wij ons thuis weten en steken we een kaarsje bij haar op. Dit gebaar van geloof en vertrouwen drukt méér uit dan wij met woorden kunnen zeggen.
Vol begrip noemt paus Franciscus Maria daarom Moeder van de Kerk, dus moeder van die familie van gelovigen, die zich bij Jezus en zijn moeder thuis weten. Maria vereren we als onze moeder, omdat zij ons aanvoelt en begrijpt nog vóór we onze zorgen of verlangens uitspreken. Een kaarsje bij Maria aansteken, hoef je nooit uit te leggen. Dat hoort er gewoon bij. En Maria nodigt ons als moeder uit, met de laatste woorden die er van haar opgetekend staan: “Doe maar wat Hij u zeggen zal!” (Joh 2,5). Zo brengt Maria ons bij Jezus, die ons in het hart prent blijf dit doen om Mij te gedenken (vgl. Lc 22,19). Om zijn liefde voor ons niet te vergeten.
Jezus blijven gedenken. Dat doen we met zijn gebod: Heb elkaar lief, zoals Ik u heb liefgehad (vgl. Joh 15,12). Dat heeft Maria zelf ook gedaan. Zij bleef geloven en vertrouwen. Bij onverwachte gebeurtenissen: op weg naar Bethlehem, bij de haastige vlucht naar Egypte, het verblijf in een vreemd land, de lange terugreis. Haar hoop was niet vervlogen toen ze in radeloosheid naar haar kind opzoek ging, toen deze twaalf jaar was. Of denken we aan haar onmacht op de kruisweg en onder het kruis. En Maria zette haar moederlijke taak voort voor de geliefde leerling en voor allen die in Jezus geloven. We mogen haar Moeder van de Kerk noemen. Door Maria kunnen wij ons thuis voelen in de kerk, die familie van God. Fijn om bij zo’n familie te horen, met Maria als onze moeder.
Wim Miltenburg fso, pastoor-deken