Het christelijk geloof heeft iets van ont-moeten. Ook in de zin van ont-haasten. Wij móeten niet van alles; we hoeven niet wat te presteren. Vaker hoor ik hoe alle godsdiensten ongeveer hetzelfde zijn. Eigen aan ons geloof is wel, dat wij ons niet zelf hoeven te bevrijden, maar dat Jezus dat voor ons heeft gedaan. Hij houdt zoveel van ons, dat Hij voor ons aan het kruis gestorven is. Hij hééft ons al verlost; we zijn verloste mensen. We hoeven alleen maar Ja tegen Hem te zeggen. Jezus legt zo geen druk op ons, maar zijn last is licht en zijn juk is zacht. We kunnen Hem Koning over ons leven laten zijn. Hij heeft ons al verlost door onze schuld en tekortkomingen op zich te nemen. Geloven dat Jezus onze Verlosser is, vieren we ook telkens in de liturgie en bijzonder in de sacramenten.
Met een ingewikkeld woord noemen we het genade. Hij schenkt het ons; gratis; we hoeven er zelf nauwelijks iets voor te doen. We kunnen het geschenk van de bevrijding gewoon uitpakken. Het is ons al gegeven. Bedoeld voor iedereen. Gods liefde naar ons, gaat onze voorstelling te boven.
Tegenover Pilatus bevestigt Jezus zijn koningschap: Ja Koning ben Ik, mijn koningschap is evenwel niet van hier. Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar onderlijnen we dit in het feest van Christus Koning. Het vraagt van ons een omdenken: het hangt niet van mijn prestatie af; Jezus heeft die al in mijn naam geleverd. Zijn koningschap is zijn liefde, die zich uitstrekt over heel de aarde naar alle mensen. Dat kan mij tot dankbaarheid stemmen. En mij aansporen Hem te ontmoeten: in het gelaat van de medemens of daar waar mensen in zijn Naam samenkomen.
Wim Miltenburg fso, pastoor-deken