Tijdens mijn schooltijd ging ik voor de start van ieder nieuw schooljaar naar V&D. Het warenhuis organiseerde namelijk jaarlijks de Schoolcampus, wereldberoemd in Nederland. Daar was alles te koop wat je nodig had voor school. Een keer per jaar kon je losgaan bij het kaftpapier, etuis, multomappen, geodriehoeken en niet te vergeten agenda’s.
Ik stond vooraan in de rij, want één aankoop had de hoogste prioriteit, een nieuwe agenda. Mijn ouders, de hoofdsponsors van mijn schoolspullen, vonden het vooral belangrijk dat ik op een duidelijke en overzichtelijke manier mijn huiswerk en (school)afspraken kon noteren.
Ik was een iets andere mening toegedaan. Door te bezuinigen op de overige spullen hield ik altijd geld over. Dit was nodig, want een simpele agenda was natuurlijk geen optie. Ieder jaar weer keuzestress, mijn agenda was per slot van rekening mijn image, en in mijn pubertijd kon die nog al eens veranderen.
Mijn (nieuwe) klasgenoten moesten in een oog opslag aan mijn agenda kunnen zien wie ik was en waar ik van hield. Uiteindelijk moest het een naslagwerk worden, een dagboek, dat ik een schooljaar lang koesterde en met wie ik alles deelde wat ik dat jaar meemaakte. Behalve ruimte om huiswerk en lesroosters te noteren moest mijn agenda dus ook beschikken over voldoende plaats voor eigen teksten, onbenullige berichtjes, foto’s en geheimpjes. Nadat ik uren had doorgebracht op de schoolcampus en een vergelijkend warenonderzoek had verricht, wist ik toch ieder jaar weer een passend exemplaar te vinden.
Misschien nog belangrijker dan de aankoop waren mijn eerste notities die ik op de nog maagdelijke bladzijden schreef. Met mijn allermooiste handschrift noteerde ik eerst mijn eigen gegevens, daarna de verjaardagen van familie en vriendinnen en natuurlijk de vakanties. Zorgvuldig ging ik op zoek naar plaatjes en schreef ik kleine versjes om het nieuwe exemplaar mijn eigen invulling te geven. De kolommen voor de lesroosters vulde ik met een uiterste nauwkeurige precisie in. Ook de namen van de docenten en de klaslokalen voegde ik toe. Daarna sloeg ik hem dicht, vol verwachting en benieuwd naar wat dit nieuwe schooljaar voor mij in petto zou hebben.
Hoezeer ik ook ieder jaar probeerde om mijn agenda zo lang mogelijk “netjes” te houden, het schoonschrijven hield ik meestal niet heel lang vol. Al vaak direct in de eerste schoolweek ging het mis. Roosters werden aangepast, je kreeg tóch die ander leraar of de leslokalen werden omgegooid. Dan moest er gecorrigeerd worden. De tipp-ex kwam er aan te pas. Voor de jonge lezers: dit was een witte vloeistof die je kon overschrijven om zo tekstaanpassingen te doen. Maar het kon nog erger, als je al direct moest gaan strepen. Deze correcties waren voor mij aan de ene kant een jaarlijks terugkerende kwelling, aan de andere kant hoorde het er gewoon bij. Zonder het wit kalken en strepen was je agenda nog niet echt ingewijd.
Gaandeweg het schooljaar gebeurde er enorm veel. Alle humor, dubbelzinnigheden, briefjes en plaatjes van de sterren van toen werden bewaard. De agenda werd dikker en dikker. Met een brede postelastiek werden de voorbije maanden en weken bij elkaar gehouden. Aan het einde van het schooljaar had je een uniek tijdsbeeld gecreëerd van weer een onvergetelijke periode.
Agenda’s ben ik altijd blijven kopen, maar mijn aankoopwensen veranderden enigszins. Mijn imago deed er niet meer zo toe, en dus was uiterlijk inmiddels van ondergeschikt belang. Overzichtelijkheid werd belangrijk en hij moest in mijn handtas passen. De aankoop deed ik nog steeds ieder jaar ruimschoots op tijd. De eerste krabbels bleven ook een terugkerend ritueel, natuurlijk nog altijd in mijn beste handschrift. In plaats van de roosters noteerde ik nu direct na de aanschaf mijn afspraken die gepland waren. De maanden januari en februari, de drukste tijd in de reisbranche, die kon ik zakelijk ruimschoots vullen met vakantiebeurzen, leveranciersbijeenkomsten en leuke en mooie boekingen.
Privé was het niet minder druk. Een gezin van vier en de rest van de familie. Verjaardagen, sporten, feestjes, school, noem maar op. Bij het verstrijken van de jaren noteerde ik, in schoonschrift, steeds meer afspraken en plande ik steeds langer vooruit. Wat kan een mens het druk hebben!
Inmiddels gebruik ook ik, een digitale agenda, maar papier kon ik nooit helemaal loslaten. Dus koop ik ieder jaar, een weekplanner. Zo een die in de keuken hangt en waar je in één oog opslag de hele week kunt overzien. Ook deze koop ik steeds ruim op tijd en nog steeds ga ik er voor zitten om de eerste afspraken in schoonschrift op te schrijven.
Deze, zoals ik het zelf noem, positieve obsessie, blijft een terugkerend fenomeen. Met mijn mooiste handschrift verwelkom ik optimistisch en vol verwachting het nieuwe jaar. Met plezier noteer ik alle afspraken en de drukte die komen gaat. Ook ben ik stiekem benieuwd naar dié afspraak, die het eerst wordt verzet of afgezegd, mijn eerste strepen dus. Per slot van rekening begint dan het jaar pas echt.
Nu hangt in de keuken mijn jaarplanner voor 2021. Enkele weken geleden heb ik een paar afspraken genoteerd. Uiteraard weer keurig in het net geschreven. Inmiddels zijn de meeste, behalve een tandarts bezoek, weer doorgestreept.
Veel liever had ik volgeplande weken gezien. Door alle maatregelen vrees ik dat dit er voorlopig nog niet in zit. Toch blijf ik optimistisch. Ik ben zelfs weer nieuwsgierig. Net zoals in mijn schooltijd vraag ik mij af wat dit jaar mij brengen gaat. Ik ben ontzettend benieuwd wat ik op de nu nog onbeschreven bladzijdes mag noteren. Wie weet is dat uiteindelijk veel meer dan dat we nu kunnen vermoeden!
Tot de volgende keer
Sabina