Het Openbaar Ministerie heeft hiervoor een richtlijn: weliswaar is het strafbaar om wiet te kweken, maar onder de 5 plantjes gaat het OM volgens deze richtlijn niet vervolgen. Waar het klimaat verandert met een snelheid waar je bang van wordt, dateert de richtlijn van het OM nog uit ‘the good old days’. Kansloze missie om hier iets mee te doen volgens het strafrecht. Dus niets doen? Maar even aanzien, was mijn besluit.
Een week later meldde zich een inwoner, die dringend om een persoonlijk gesprek met de burgemeester vroeg. Deze inwoner vertelde mij, dat ‘het nieuwe normaal’ kennelijk bestaat uit wiet telen in de tuin. Vijf plantjes ‘mag’ toch van de politie? Kinderen geen bezwaar. We kunnen immers van de opbrengst lekker met zijn allen op vakantie.
Deze inwoner voelde zich hier zeer ongelukkig bij. Enerzijds promoten wij een gezonde leefstijl met campagnes tegen roken, alcohol en straks lachgas onder jongeren. Dat is ons als maatschappij heel wat waard. Anderzijds leren we onze jongeren, dat wiet kweken voor eigen gebruik (en ook nog een beetje voor de verkoop) er nu eenmaal bijhoort. Vindt u dit normaal, burgemeester, was de vraag?
Nee dus, dat is niet normaal, is mijn antwoord. En iemand moet het zeggen… Ok, ik maak mij geen illusies over de strafrechtelijke vervolging. Maar ik mag als burgemeester wél bestuursrechtelijk optreden. Àls we planten aantreffen mogen we die conform de Opiumwet, die een bezit van meer dan 5 gram nog altijd strafbaar stelt, vernietigen.
Maar belangrijker dan deze bestuursrechtelijke acties, is het verzoek aan u om eens mee te denken. Wat willen we onze kinderen ten voorbeeld stellen als het nieuwe normaal? Willen ouders hun kinderen echt overbrengen dat wiet er gewoon bij hoort, voor de gezelligheid? En wat vinden wij als maatschappij daarvan? Leggen we de morele drempel om later het criminele circuit in te stappen, zo niet erg laag?
Het zijn vragen, die mij niet meer loslaten in mijn zoektocht naar het ‘nieuwe normaal’…