Door Jules Zollner
Eerste aflevering
Twee wekelijks schrijft Jules Zollner in de rubriek BLIK UIT HET VENSTER een aansprekende column over zaken uit Midden-Limburg. U mag er van genieten.
De Watering van het Grootbroek
Het Witte Stadje Thorn kent natuurlijk iedereen. Ondanks de Corona crisis mag het zich verheugen in een niet aflatende stroom van toeristen, bewonderaars, genieters en gebruikers van het schilderachtige en romantische kleine vorstendom.
Maar het Witte Stadje droogt uit. En dat is ieder jaar een bedreigend onheil dat zorgt voor enige heel lichte maar toch duidelijk speurbare paniek.
Blijven de toeristen weg?
Boosdoener is de Itter- of Thorner beek, die bij “de brug van Piron”, nabij het huis van de vroegere Bas Knoppers, het dorp binnenstroomt. Hoort binnen te stromen, want dat doet ze niet altijd.
Door de grote droogte van de laatste weken, heeft de beek, die dwars door Thorn stroomt, bóven bejaardenhuis Sterrebos en onder het Muntmeestershuis, bijna geen water meer.
Zou de beek, en de waterstroom stil en droog komen te staan dan gaat zij stinken. Dat is natuurlijk voor de toeristen die op de oever staan te tekenen en te schilderen niet zo mooi. Die blijven dan weg.
De waterstroom in de Thornerbeek zal onherroepelijk stil worden gezet. “Boosdoeners” (goedmoedig bedoeld!) zijn de boeren, die aan Belgische kant van de beek in Kinrooi en Kessenich wonen.
Zij dammen de beek af. Om met water dat toch nog bij hun langs stroomt de akkers te besproeien. Aan Belgische kant heerst geen sproeiverbod. En het gewas, nu nog heel klein, zal toch moeten groeien.
Het gaat dus om de toeristen van Thorn, of de boeren van België.
Lang geleden had Jan Wolfs, gemeentesecretaris van Thorn, daar wat op gevonden.
“Kom, Zjuul, we gaan naar de buren”, zei hij, en hij had alvast twee flessen Els bij zich, netjes ingepakt en onder de arm. Gekocht bij de slijterij aan de Napoleonsweg.
De burgemeesters Schutgens en Smeets op hun beurt liepen mee in het gevolg. De mars over “Kèèssing” was nog geen vijfhonderd meter lang.
In het gemeentehuis van Kinrooi (Kessenich) werden we buitengewoon hartelijk en vriendschappelijk ontvangen. De ambtenaren onder leiding van burgemeester Hubert Brouns wisten al hoe laat het was. Zij zaten al klaar. Met schier ongelimiteerde hoeveelheden koffie en vlaai. Er ontwikkelde zich buitengewone vrolijkheid. Het gevolg was, dat nog geen uurtje later er weer water stroomde. Door de Belgische Itterbeek, op weg naar Thorn.
Het “natuurgebeuren” opgelost.
Maar dat was natuurlijk niet het uiteindelijke doel van het bezoek.
Thorn en Kinrooi-Kessenich-Ophoven tot Maaseik hebben grote watersport gerelateerde bedrijven bezittingen en havens, grindgaten en waterstromen naar de Maas en grindplassen, te bedienen en te besturen.
Wat er in de havens ligt geeft een mooi beeld van de algemene welstand en rijkdom in de hele Middenlimburgse regio tot ver in Duitsland toe.
In samenhang met Maasbracht Stevensweert en Ohé en Laak op de andere Maaoever.
De besprekingen van “De Watering van het Grootbroek” verliepen daarna in de grootste gezelligheid maar onder embargo, omdat de belangen van de ontgrinders overschaduwen en altijd zwaar meegewogen moeten worden.
Daarover graag een volgende keer.