De Dag van de Arbeid is een feestdag van de socialistische, communistische en anarchistische arbeidersbeweging. De dag vindt in Nederland, België, Curaçao en Suriname elk jaar op 1 mei plaats. Andere landen wijken soms af van deze datum. In Europa is 1 mei in bijna alle landen een officiële feestdag, op een paar landen na waaronder Nederland. Katholieken vieren op deze dag het feest van Sint-Jozef als arbeider.
Aan de 1 mei viering als viering van de arbeidersbeweging ligt de invoering van de achturige werkdag ten grondslag. De eis om slechts acht uur per dag te werken werd in de 15e en 16e eeuw veelvuldig onder de Engelse ambachtslieden gehoord.
Bij het eerste congres van de Tweede Internationale in 1889 werd besloten om op 1 mei 1890 een internationale strijddag voor de achturige werkdag te organiseren. Dit plan was bedacht door de Amerikaanse vakbond American Federation of Labour (AFL). De vakbond AFL organiseerde eerder op 1 mei een nationale actiedag, waarbij een sector staakte terwijl andere sectoren de stakingskas aanvulden om de stakers door te betalen tijdens de staking.[1]
Op 1 mei 1890 werd de eerste internationale Dag van de Arbeid gevierd met grote demonstraties voor de achturige werkdag in verschillende landen, zoals in Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije, Italië, Spanje, België, Nederland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en de Verenigde Staten. De Britten organiseerden op de eerste zondag van mei een grote bijeenkomst. In sommige Italiaanse, Spaanse en Franse steden kwam het tot gevechten tegen de politie. Alleen in de Verenigde Staten had de staking direct succes, waar de timmerlieden in sommige deelstaten de achturige werkdag verkregen, terwijl in sommige andere vakgebieden een negenurige werkdag werd ingevoerd.[1]
Op het congres van de Tweede Internationale van 1891 werd besloten om van de Dag van de Arbeid een jaarlijkse traditie te maken. Op het congres van 1891 probeerden de Duitse marxisten en de Britten om de Internationale Dag van de Arbeid te verplaatsen naar de eerste zondag van mei, maar deze resolutie kreeg geen meerderheid. De Fransen waren tegen de verplaatsing naar zondag, omdat ze dit zagen als een overgave. Dit komt door het bloedbad in de Franse stad Fourmies, waarbij soldaten op de ongewapende demonstrerende menigte schoten en daarbij tien mensen vermoordden. Volgens het congres waren er drie hoofddoelen:[1]
- Strijd voor de achturige werkdag;
- Pleiten voor andere arbeidsrechten;
- Voor het behoud van vrede.
Bij vieringen op 1 mei wordt nog vaak het strijdlied De Internationale ten gehore gebracht.